Middelburg

Natuurlijk, het wegverkeer levert het grootste aandeel in de luchtvervuiling en de uitstoot van broeikasgassen, maar wie staat er nou bij stil, dat de zeescheepvaart méér vervuilt dan de industrie?

Remy Poppe en Paulus Jansen (allebei voor de SP in de Twee-de Kamer) confronteerden minister Cramer een paar maanden geleden met een artikel uit The Independent, waaruit bleek dat de uitstoot van broeikasgassen door zeeschepen 50% hoger is dan tot nu toe werd aangenomen.

Ze vroegen of het klopt dat de zeeschepen grote hoeveelheden vervuiling produceren, die zich mijlenver verspreid en of er geen eisen gesteld worden aan de zeescheepvaart over de uitstoot van broeikasgassen, roet, zwavel en fijnstof.

De minister heeft nu geantwoord en jawel, het klopt wat Poppe en Jansen vreesden. Populair gezegd komt het er op neer dat de internationale reders maar wat aan rotzooien met de brandstof die ze verstoken. Hoe viezer het spul hoe goedkoper, dus dan weet je het wel. Als er niks gedaan wordt, zo schrijft de minister, zal de bijdrage van de zeescheepvaart aan de concentratie stikstofoxiden in de Nederlandse lucht toenemen van 8% in 2005 tot 17% in 2020.

Nee, zo moet de minister bekennen, ‘noch in Nederland, noch internationaal worden eisen gesteld aan de uitstoot van broeikasgassen door de zeescheepvaart.’ Nederland is wel voorstander van een internationale aanpak, want de cijfers geven alle reden tot het nemen van maatregelen. Zegt minister Cramer.

Tja, maar of het er van komt? Kyoto noch Bali geven reden tot optimisme. En intussen maakt Antwerpen de plannen bekend voor de volgende grote containerterminal en blijft ons eigen provinciebestuur vasthouden aan de WCT, zodat er straks nog meer van die luchtvervuilers over de Westerschelde voorbij zullen schuiven.

Nu ik dat allemaal weet krijgt het pilsje dat ik soms pak op een terrasje aan de Vlissingse boulevard toch een bittere nasmaak.

Kees Slager