h

Loodsen

21 november 2007

Loodsen

Begin december moet de Eerste Kamer beslissen over een nieuwe wet die bedoeld is om de loodstarieven binnen de perken te houden. Daar is niks mis mee, hoewel de Nederlandse tarieven niet hoger zijn dan die in de buurlanden.

Maar waar wél wat mis mee is, dat is de manier waarop het kabinet die tariefsverlaging wil realiseren: door concurrentie in te voeren.

Uiterlijk in 2019 moet het zover zijn dat er in de havengebieden minstens twee loodsdiensten zijn, die proberen tegen een concurrerend tarief de schepen naar binnen te brengen.

Ik heb daar grote moeite mee, want een loodsdienst is een veiligheidsorganisatie en die mag je niet blootstellen aan de risico’s die concurrentie onvermijdelijk meebrengt voor de veiligheid. Je hoort zo’n dienst in handen van de gemeenschap te houden en dat was ook zo tot de dienst dankzij de neoliberalen in 1988 geprivatiseerd werd.

Maar goed, tot nu toe zijn de loodsen zo verstandig geweest om zich in één club te organiseren en zo de loodsdiensten naar alle Nederlandse havens efficiënt te coördineren. Maar dat mag dus straks niet meer: er móet marktwerking komen, de loodsen moeten elkaar gaan beconcurreren. Terwijl de regering beter kon weten.

Op de Westerschelde hebben we immers een eeuw lang (van 1839 tot 1939) ervaring opgedaan met concurrerende loodsdiensten: Vlamingen tegen Nederlanders. Als je de gedenkboeken leest weet je wat dat voor ellende heeft opgeleverd.

Er zijn doden gevallen bij die strijd om als eerste aan boord van een zeeschip te klauteren en iedereen slaakte een zucht van verlichting toen er een einde kwam aan
die gehate concurrentie.

De afgelopen halve eeuw bleek de samenwerking tussen Vlaamse en Nederlandse loodsen een zegen. Niet alleen voor de loodsen zelf, die door onderlinge afspraken veel efficiënter konden werken, maar daardoor ook een zegen voor de veiligheid van de mensen die langs de Westerschelde –nog altijd een van de gevaarlijkste vaarwateren ter wereld - wonen en rustig slapen hoewel er vlakbij dagelijks varende bommen langsschuiven.

Maar minister Eurlings wil dat nu dus teniet doen. Of eigenlijk moet ik zeggen: zijn voorgangster, want ‘onze’ Karla Peijs maakte het wetsvoorstel dat Camiel er nu door moet zien te drukken.

Bij haar bezoek aan de loodsdienst in Vlissingen liet onze kersverse Commissaris der Koningin die de ‘veiligheidsportefeuille’ van de provincie beheert zich zelfs ontvallen dat je misschien net zo goed kunt gaan werken met alleen de walradarketen langs de Westerschelde. En dus zonder loodsen. ‘Want’ zo zei ze ’wat helpt zo’n loods? Bij alle ongelukken op de Westerschelde was wel steeds een
loods aan boord…’

Tja, bij alle ongelukken op de A58 én de Zeeuwse polderwegen zijn chauffeurs met een rijbewijs betrokken. Moeten we daarom concluderen dat we het rijbewijs maar beter kunnen afschaffen?

Kees Slager

U bent hier