h

PZC Portretten: Jurgen Vos

9 juli 2005

PZC Portretten: Jurgen Vos

In de PZC van 9 juli 2005 stond in de rubriek Reportage een uitgebreid interview met de nieuwe voorzitter van de SP in Middelburg, Jurgen Vos. Het interview is hieronder weergegeven met toestemming van de PZC.

PZC (09-07-2005), door Wendy van den Hurk

In zijn geschiedenislokaal hangen vooroorlogse schoolplaten, die hij haalt uit zijn eigen antiquariaat. De boeken waaruit hij voorleest aan bejaarden van het Gasthuis, komen er vandaan en ook zijn politieke inspiratie, als klanten weer eens uren redetwisten over de bouwputaffaire. Jurgen Vos is idealistisch, enthousiast, avontuurlijk, vrijheidsgezind. Maar ambitieus? Welnee! Hij vindt gewoon alles leuk.

Veel mensen zullen Jurgen Vos kennen uit de Lange Noordstraat in Middelburg, waar hij sinds een jaar of zes huist met zijn antiquariaat De Postkoets. Voordien woonde hij in Tilburg, Roosendaal, Breda. Die volgorde.

In Tilburg werd hij geboren. Vos groeide op in een links nest. Op tafel lagen altijd de Vara-gids en het blaadje van de vakbond. Moeder zorgde voor het gezin en Vos senior was kok. „Dat wilde ik ook, kok worden. Maar mijn vader zei: 'Jongen, doe dat nou niet, dan ben je nooit thuis. Ga maar geschiedenis studeren'."

Dat deed Vos en hij nam er nog drie jaar theologie bij. „Pure belangstelling, een binding met godsdienst heb ik niet. Ik wilde lesgeven en, het klinkt misschien heel idealistisch, een steentje bijdragen aan de maatschappij. Kinderen iets meegeven. Tijdens mijn studietijd kluste ik bij in een antiquariaat. Kees, de eigenaar, zag mijn belangstelling voor zijn boeken. Prachtig vond ik ze. En dan die prenten! Hij nam me overal mee naartoe. Naar kloosters, waar hij bibliotheken opkocht, naar particulieren. Na mijn studie ben ik er blijven werken. Zo leuk was het."

Maar hij dook ook de onderwijswereld in. De eerste sollicitatiebrief was meteen raak. „In die tijd, achttien jaar geleden, waren er niet zo veel vacatures. Zeker niet in het geschiedenisvak. In de Volkskrant stond een advertentie: docent geschiedenis gezocht, in Rotterdam-Zuid. De Afrikanerbuurt ook nog. Toch maar schrijven. Ik mocht langskomen en werd aangenomen. Vrienden stonden perplex. Rotterdam? Maar ja, ik moest gewoon een baan hebben. Ik had ook geen idee waar ik aan begon, was nog nooit in Rotterdam geweest. Een collega liet me in een middag de stad zien - ik vond het geweldig! Die Maas, die bruggen, die hoge gebouwen. 'Dat is pas een echte stad', dacht ik, 'daar wordt echt gewerkt'.

De school, waar Vos voor de klas kwam te staan, was toen al een 'zwarte'. Dertig verschillende nationaliteiten. Alleen vertegenwoordigden die destijds eenvijfde van het leerlingenaantal. Nu is nog maar een enkeling blank. „Die omschakeling heb ik nooit zo bewust ervaren. Het gebeurde gewoon. Wel merk ik dat leerlingen anders zijn. Mondiger, vrijer opgevoed. Ook de moslims gaan niet langer massaal naar de moskee. Vaak blijk ik meer over hun godsdienst te weten dan zij. Net zoals Nederlandse jongeren niet weten wat Pinksteren inhoudt, weten moslimjongeren vaak niet eens wat ze vieren met het slachtfeest. Allochtone meisjes zijn net zo goed veranderd.

In Zeeland denken ze vaak dat die allemaal hoofddoekjes dragen. Dat is niet zo. Misschien maar tien procent. Ik geef ze elk jaar een module feminisme mee. Van jullie moet het komen, zeg ik dan. Die meiden zitten met hun mond open. Een jaar of zes geleden kwamen ze na de les naar me toe. 'Meneer Vos, we zijn het helemaal met u eens, maar dat kunnen wij niet zeggen in het openbaar.' Ze gaan nu met sprongen vooruit. Ik heb het geluk dat ik nogal overtuigend kan vertellen. Ik help ze emanciperen."

Dat doet Vos 'nog net niet' door de Opzij op zijn lessenaar te leggen. Wel ander materiaal. „Als ik lees over een moslima, die strijdt voor de vrijheid van vrouwen, dan kopieer ik dat stuk. Ik deel het uit in de klas. 'Goh', zeggen ze dan, 'je kunt én dus gelovig zijn én je eigen partner kiezen én carrière maken.' Ik laat ze alles lezen. Zolang het maar positief is over de islam. Negatieve publiciteit zien ze genoeg. Géén Ayaan Hirsi Ali. Zij is afvallig, zij beledigt moslims. Zelfs de meest moderne Marokkaanse meiden haten haar."

Vos vertelt zo beeldend, zo fanatiek over zijn leerlingen dat het niet moeilijk te geloven is dat hij trots is op wat ze bereiken. „Let wel, ze voelen dat ze dubbel zo hard moeten vechten in de maatschappij. Thuis leven ze in Turkije, Marokko. Op school is het Nederland. Ze willen ook een MP3-speler, op stap gaan, meisjes versieren. Want Marokkaanse hormonen rennen natuurlijk net zo hard als blanke. Soms lijken ze dat thuis niet te zien. Daar wordt ook niet gelet op schoolresultaten. De helft van de ouders komt niet eens op een oudergesprek. Meestal halen kinderen hun diploma wel. Maar als het misgaat dan gaat het vaak echt mis. Verlies je ze tijdens de havo even uit het oog, ben je ze kwijt. Ze glippen uit je vingers én duiken de criminaliteit in. Belanden op straat. Ergens ook wel begrijpelijk. Stel: iemand vraagt je even een pakketje te brengen. Je krijgt er vijfhonderd euro voor, terwijl je in het weekend bij de Hema voor vier euro per uur achter de kassa staat. Dat zijn verleidingen die je in Zeeland misschien niet zo snel tegenkomt."

Zeeland
Vos woont er heel fijn, maar lesgeven doet hij liever in Rotterdam. „Een jaar of zeven geleden heb ik bij de CSW gesolliciteerd. Het gesprek verliep prima en ik had er een goed gevoel bij. Tot ik een rondje door de school ging lopen. Het is hier zo rustig, zo braaf. 'Hier ben ik niet nodig', dacht ik meteen. In Rotterdam kunnen ze vacatures maar nauwelijks opvullen. Hoe goed de Zeeuwse scholen ook zijn, je kunt hier intellectueel gezien vast fantastisch lesgeven, maar ik wil die kinderen ook iets sociaals meegeven. Dat kan daar."

Heerlijk, om over die Van Brienenoordbrug naar Rotterdam te rijden. En andersom dus ook. „Middelburg bevalt me best. Toen mijn vrouw zei dat ze terugverlangde naar Zeeland, ze komt uit Kruiningen, hebben we heel bewust gekozen voor Middelburg. Ik kon hier goed mijn andere ambitie verwezenlijken: een eigen antiquariaat. In het begin had ik natuurlijk nog niet zo veel boeken. Ik ben me gaan specialiseren in schoolplaten en kinderboeken. Veel Zeeuwen weten dat en bellen op als ze hun zolder hebben opgeruimd. Negentig procent is oud papier. Dat geef ik aan scholen of bijvoorbeeld de voetbalclub in Yerseke als die een rommelmarkt houdt. Dat zijn vaak romans uit de jaren 70, waar heel veel drukken van bestaan. Toevallig is Wolkers nu even 'in' door de Boekenweek, maar normaal gesproken raak je zijn boeken niet kwijt. Net zo min als streekromans, of serieuitgaven als Bericht van de Tweede Wereldoorlog. "

W.G. van de Hulst, die is nog steeds populair. „Laatst kwam hier een meneer die zei dat hij zijn W.G. van de Hulst-boeken bij het oud papier had liggen. Hij had zelfs nog Het Geheim van De Gulden Gaper! Vooral oude Biensen vinden dat prachtig. Die komen er speciaal voor. Het is zo leuk als mensen met een heel specifieke wens komen: een eerste druk en het liefst voorzien van een handtekening -en dat je dat boekje dan nog hebt ook! Dan ben ik bijna geneigd het boekje gratis mee te geven.

Inmiddels heb ik een stevige vaste klantenkring. Soms dolen ze uren rond zonder iets te zeggen, maar je hebt ook middagen dat je alleen staat te praten met iedereen. Dan liikt het net een politiek café. Het kabinet-Balkenende en de bouwput zijn hier al menigmaal besproken."

SP
Misschien zal de antiquaar de komende tijd nog beter opletten wat wordt besproken tussen de boekenplanken en de geur van vergeeld papier. De gespreksonderwerpen kan hij namelijk omzetten in politieke thema's, nu hij is gekozen tot voorzitter van de SP in Middelburg. De linkse rakkers zijn terug.

„Maar dan met een hele nieuwe club mensen. Dat heeft Trix de Roos, de regiovoorzitter, voor elkaar gekregen. Ze is gewoon alle leden in Middelburg gaan bellen en dat heeft een groepje van 12 tot 15 enthousiastelingen opgeleverd. Ik ben toevallig gekozen tot voorzitter. Ja, echt toevallig. Het was gewoon handig om de vergaderingen in mijn winkel te houden. Hier hebben we ruimte. De post kwam hier binnen en ach, ik organiseer graag dingen. De gemeenteraad zie ik niet zitten. Dat doe je er niet zomaar bij. Ik denk dat Middelburg de SP goed kan gebruiken. Kijk maar naar de bouwput. Als onze partij er een paar maanden geleden al zou zijn geweest, hadden we acties gehouden. Hadden we gevraagd om een referendum. De gemeente wil altijd maar boven haar stand leven, de stad allure geven. Terwijl Middelburg uiteindelijk maar een dorp is. Niemand zit te wachten op die geldverslindende projecten. Misschien is het populistisch om te doen wat mensen op straat zeggen. So what! Dat moet toch? De Middelburgers missen dat er naar ze wordt geluisterd."

Naar Vos zelf wordt op vrijdagavonden wél geluisterd. Dan leest hij - om de week - voor in het Gasthuis, in Middelburg. Ook dat vindt hij 'schitterend' om te doen. „Dan rijd ik die rolstoelen een voor een naar binnen en ben ik al helemaal blij. Af en toe denk ik: 'Zitten ze nou te slapen?' Dan hangen die hoofdjes helemaal voorover, de ogen dicht, en stop ik maar met lezen. Dan schieten die koppies overeind: 'Waarom stopt u nou? Dat luistert gewoon lekkerder!', roepen ze dan meteen.

De Vier Heemskinderen, dat vinden ze pas geweldig. Als het maar niet té spannend is. Laatst las ik uit Het Behouden Huis, van W. F. Hermans. Een kort boekje, maar zo eng. Op een gegeven moment zei er eentje: 'Oei, als ik straks nog maar kan slapen.' Ter plekke heb ik een happy end bedacht. Tja, die gruwelijkheden kon ik ze niet aandoen."

U bent hier